Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Insgelijks zo iemand [20]zekerlijk bij [21]haar gelegen heeft, dat haar [22]afzondering [23]op hem zij, zo zal hij zeven dagen onrein zijn; daartoe alle leger, waarop hij zal gelegen hebben, zal onrein zijn. 20. Hebreeuws, liggende gelegen heeft. 21. Hebbende haar vloed, doch buiten weten van den bijligger, want wetens en willens bij ene maandstondige te slapen, was op lijfstraf verboden; onder, hfdst.20 vs.18. 22. Dat is, haar maandstonden; zo genoemd omdat zij gedurende dezelve van het gezelschap der mensen afgezonderd werd. 23. Dat is, dat hij met haar maandstonden besmet werd.